Op dinsdag 27 februari zijn diverse partijen bijeengekomen, om met elkaar te brainstormen en gezamenlijk te kijken naar mogelijkheden om krachten te bundelen onder het Platform voor Energiebewustzijn. Het evenement begint met een lunch, waar onder het genot van een vegetarisch soepje op informele wijze al van gedachten gewisseld wordt. Daarna starten Jolanda en Samira, kartrekkers van het Platform voor Energiebewustzijn, het programma met een korte introductie en toelichting over het programma van de middag.
De deelnemers stellen zich één voor één voor, hierbij is het duidelijk dat er een divers publiek aanwezig is van kunstenaren tot onderzoekers. Mark, van de Brooklyn Campus, vertelt wat meer over de locatie waarbij zijn spreuk ‘Learn, Earn, Return’ duidelijk laat zien dat deze plek de ruimte biedt om te leren, ontwikkelen en terug te geven aan de maatschappij. De Brooklyn Campus wil de katalysator van vernieuwing zijn en een veilige energie bieden.
Samira vertelt over het vorige evenement, dat op 6 december 2023 plaatsvond, waarbij veel thema’s al besproken zijn. Samenvattend vertelt Samira dat de focus daar lag op het initiëren van bewustwording, elkaar inspireren en prikkelen en samen nadenken over initiatieven. De co-creatie sessie van vandaag en 26 maart zullen daar op voortborduren. De term ‘energiebewustzijn’ is nog redelijk nieuw, vertelt Samira, en het is o.a. aan dit platform om daar lading aan te geven. Er zijn een aantal voorbeelden gegeven tijdens het vorige evenement, zoals het mee kunnen bewegen met de seizoenen. Samira eindigt haar presentatie met een opsomming: kunnen, willen en meebewegen. Wat kunnen we met energiebewustwzijn, wat willen we ermee en hoe zorgen we ervoor dat de maatschappij daarin meebeweegt?
De twee co-creatie sessies zijn bedoelt om een concreet programma op te kunnen zetten voor de komende paar jaar. Samira vertelt verder hoe de komende tijd eruit komt te zien, welke fases er zijn en wat er precies gebeurd in die fases.
‘Energiebewustzijn in 2030’, ‘hoe zie je je dat voor je?’ is de vraag die Jolanda stelde aan een aantal andere initiatiefnemers van het platform. In drie minuten vertelden allen hoe zij energie, de transitie en het bewustzijn verwachten te zien in 2030.
Koen Eising (Alliander) presenteert een tabel, nav onderzoek van PwC waarbij erg duidelijk wordt hoe groot het energietekort in 2030 zal zijn. Wij gebruiken steeds meer energie, zelfs voor de kleine dingen als een automatische achterklep van een auto. We zijn gemak en comfort gewend, maar, vraagt Koen zich af, moeten we het allemaal wel willen?
Nikkie Wiegink (Universitair docent Culturele Antropologie, Universiteit Utrecht) deelt een antropologische visie op de energietransitie. In haar verhaal vertelt ze dat ons gebruik van energie rechtvaardig voor iedereen moet zijn. Waar we in het Westen bedenken dat elektrische auto’s duurzamer zijn, betekent het in Noord-Mozambique dat er meer gemijnt wordt naar onderdelen voor batterijen van deze auto’s. Hier zitten vele aspecten aan die wij hier wel eens vergeten, zoals landonteigening en onrechtvaardige arbeidsvoorwaarden.
Rosalie Apituley (kunstenaar en ontwerper) is gevraagd wat ze zal zien als ze in de wijken zal lopen in 2030. Zij vertelt dat zij in een wereld leeft waarin seizoenen bepalen hoe veel ze doet. Zo kan de zomer langere dagen kennen dan de winter. Het weer dient als meer dan een ijsbreker in een gesprek, maar loopt als een rode draad door de dag. Het brood van de bakker, maar ook de treinen mensen delen hun dagen in op basis van weersvoorspellingen. Zo kan de stand van de wind bepalen hoeveel brood er gemaakt wordt of wanneer het druk is op het spoor.
Lianda Sjerps-Koomen (Manager strategische innovatie, Liander) is gevraagd wat verandert er dan voor bedrijven in 2030? Als zij opzoekt wat er in 2030 op haar te wachten staat dan vertelt het internet haar dat ze dan met pensioen gaat. Het verschil is dat in 2030 de SDGs dan ook sterk naar voren komen, want die zijn dan hopelijk behaald. Woningen zullen energievriendelijk worden gebouwd, maar, vraagt Lianda zich af, moeten er wel nieuwe gebouwen worden gebouwd en waar worden ze van gemaakt? Zouden we niet op bestaande gebouwen moeten bouwen?
De groep gaat verder in een break-out, deze bestaat uit drie categorieën: wijken & collectieven, burgers en individuen en bedrijven. Hier worden de deelnemers gevraagd een canvas in te vullen. Op de canvas staan een aantal elementen opgeschreven, zoals o.a. ‘droom/wens voor 2024’, ‘kansen’, ‘waarden’. Elke deelnemer plakt ideeën op de canvas met post-its, de antwoorden worden met elkaar besproken. Hieronder worden de hoogtepunten per break-out groep beschreven, in werkelijkheid zijn er nog veel meer ideeën besproken.
Burgers en individuen
Comfort, een sleutelwoord wanneer er aan energie gedacht wordt. De groep bespreekt hoe vanzelfsprekend veel energie tot onze beschikking is en het ons comfort biedt. Je laadt met gemak je elektronische toestellen op, doet de lampen met een simpele knop aan etc. Hoe maken we energie tastbaar, zodat er ook meer bij stil wordt gestaan? Er worden verschillende bestaande initiatieven en voorbeelden genoemd. Veel van deze initiatieven melden zich bij het platform, hier zou een database van gemaakt kunnen worden op de projectsite.
Hoe ga je vervolgens met burgers in gesprek en hoe ga je verder dan informeren? Wil het platform zich ook bezighouden met activeren? Een van de genoemde ideeën is om de burgers indirect te bereiken, bijvoorbeeld via musea. Men komt daar initieel voor iets anders, maar wordt dan middels een installatie bereikt om bewust te worden over energie.
Zouden we ook buiten Nederland moeten kijken, naar bestaande voorbeelden in andere landen? In plaats van het wiel opnieuw uitvinden zouden we ook kunnen “leap froggen”. Er zijn veel eilanden die beperkt zijn in energie, maar toch het maximale eruit weten te krijgen op allerlei collectieve en creatieve manieren.
Hoe werk je naar een identiteit toe, werd er ook nog gevraagd. Veganisme werd als voorbeeld genoemd en daar werd ook de nadruk gelegd op Veganisme als extreme, maar een zogehete flexitarisch dieet als makkelijker geaccepteerde vorm. Zou zoiets ook voor energiebewustzijn moeten bestaan en hoe dan?
Bedrijven
Een droomscenario zou zijn als Nederland bedrijven heeft die passen bij energie die Nederland zelf kan opwekken. We hebben voldoende voorbeelden van duurzame, eerlijke en energiebewuste voortbewegingsketens, waarom wordt hier geen regelgeving op aangepast? In plaats daarvan worden er tijdelijke pleisters geplakt, zoals gedaan is met de kortstondige energietoeslagen.
Ook hier wordt meebewegen met de seizoenen weer genoemd. Als bedrijven dit zouden implementeren, zouden we dichter bij onze bioritme blijven. Werknemers en zaken doen zou op deze manier bewegen op basis van de aanwezigheid van de zon en het positieve impact kunnen hebben op ons energieverbruik. De energie zou zo beter verdeeld kunnen worden. Dit is een van de genoemde dromen voor energie in 2030.
We moeten bij bedrijven, maar ook aan de politiek, laten zien dat we van de wereld van A naar de wereld van B moeten. Er wordt anekdotisch gerefereerd naar een bord spaghetti, waarbij we moeten zien te overtuigen dat het andere bord spaghetti eigenlijk lekkerder is.
Schaarste aan middelen zorgt ook voor creativiteit om dingen anders te doen, wordt er vervolgens besproken. Je kan je als bedrijf ook opnieuw uitvinden. Een andere deelnemer deelt deze mening en vult aan: ‘beperkingen kunnen ook leiden tot nieuwe uitdagingen voor innovatie.’
‘Gedoe’ maakt vaak gezonder dan ‘gemak’, vertelt een van de deelnemers. Waarom leven mensen in bepaalde gebieden langer? Vaak is dat doordat ze meer bewegen. Ook hier komt comfort aanbod, namelijk dat er teveel gezeten wordt tegenwoordig. Met zitten willen we allerlei andere gemakken, zoals een telefoon in onze hand en vaak nog veel meer apparaten. Meer bewegen zou een boodschap kunnen zijn, we moeten omdenken. Bedrijven zouden mensen moeten verleiden met producten die meer gedoe leveren, maar mensen toch meer in beweging te laten komen en minder elektrische energie te laten gebruiken, meer fysieke energie.
Wijk & collectieven
Er zijn verschillende dromen en wensen uitgesproken voor de wijken en het collectief. Zo zou er meer inzicht van het verbruik moeten komen en van de beschikbaarheid van energie in de wijk.
Hebben we een energieverslaving, vraagt een van de deelnemers zich af. Je ziet steeds meer SUVs in de wijken staan, hoe dringen we de trend terug om grotere auto’s te willen hebben? Hoe bespreek je energie in de wijk en hoe maak je een collectieve gedragsverandering waar? Wat opgemerkt wordt is dat mensen veel te zeggen hebben over meer, meer gebruik bijvoorbeeld. Maar zodra ons gevraagd wordt minder te doen, vinden we het veel moeilijk. Waarom vinden we het zo slecht als we beperkt worden of minder kunnen doen? Er wordt een suggestie gedaan om het woord ‘anders’ te gebruiken, omdat het een andere, kansrijke, associatie met zich meebrengt.
Interactieve ideeën worden genoemd, zoals het organiseren van een energiefestival en initiatieven van wijkbewoners, waarbij iedereen samen kan komen en zelf ook ideeën kan inbrengen. Het is belangrijk om de waarde te creëren op wijkniveau. Lokale wijkcampagnes zouden ook een goed idee kunnen zijn, bijvoorbeeld door posteractie. Men wil zich onderdeel voelen van de wijk en zou zich op die manier willen betrekken bij energiegerichte initiatieven.
Een van de deelnemers oppert het idee van energiehandel in de wijk, waar je energie als handelsmiddel kan gebruiken. ‘Bijvoorbeeld wat energie voor een maaltijd,’ wordt er gegrapt. Als een buurtbewoner energie overheeft dan kan dat geruild worden voor een kommetje soep.
De dag eindigt plenair met een overzicht van de tekenaars die de dag visueel samenvatten.


